Statenvertaling
Zo zeide David tot al zijn knechten, die met hem te Jeruzalem waren: Maakt u op, en laat ons vlieden, want er zou voor ons geen ontkomen zijn voor Absaloms aangezicht; haast u, om weg te gaan, opdat hij niet misschien haaste, en ons achterhale, en een kwaad over ons drijve, en deze stad sla met de scherpte des zwaards.
Herziene Statenvertaling*
Toen zei David tegen al zijn dienaren die bij hem in Jeruzalem waren: Maak u gereed en laten wij vluchten, want er is voor ons geen ontkomen aan Absalom. Ga snel, anders zal hij ons spoedig inhalen, onheil over ons brengen en deze stad met de scherpte van het zwaard slaan.
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Daarop sprak David tot al zijn dienaren die te Jeruzalem bij hem waren: Staat op, laten wij vluchten, want anders zullen wij niet aan Absalom ontkomen. Gaat haastig heen, opdat hij ons niet ijlings inhale, onheil over ons brenge en de stad sla met de scherpte des zwaards!
King James Version + Strongnumbers
And David H1732 said H559 unto all H3605 his servants H5650 that H834 were with H854 him at Jerusalem, H3389 Arise, H6965 and let us flee; H1272 for H3588 we shall H1961 not H3808 else escape H6413 from H6440 Absalom: H53 make speed H4116 to depart, H1980 lest H6435 he overtake H5381 us suddenly, H4116 and bring H5080 ( H853 ) evil H7451 upon H5921 us, and smite H5221 the city H5892 with the edge H6310 of the sword. H2719
Updated King James Version
And David said unto all his servants that were with him at Jerusalem, Arise, and let us flee; for we shall not else escape from Absalom: make speed to depart, lest he overtake us suddenly, and bring evil upon us, and strike the city with the edge of the sword.
Gerelateerde verzen
Psalmen 51:18 | Psalmen 137:5 - Psalmen 137:6 | 2 Samuël 19:9 | Lukas 10:15 | 2 Samuël 23:16 - 2 Samuël 23:17 | Psalmen 55:3 - Psalmen 55:11 | 2 Samuël 12:11 | Psalmen 3:1 - Psalmen 3:8 | Ezechiël 46:18 | Matthéüs 11:12